Het verhaal van Fèlsina begint in 1966, toen Domenico Poggiali de boerderij kocht en ervoor koos om te investeren in de kwaliteit van de wijn. In een paar jaar tijd werden de hectare wijnstokken meer dan veertig en veranderde ook de ziel en de organisatie van het bedrijf. Gelegen tussen de laatste uitlopers van de Chianti-bergen en het eerste deel van de Ombrone-vallei, is Fèlsina vandaag verspreid over een gebied van ongeveer 600 hectare, waarvan 95 wijngaarden. Het resultaat zijn wijnstokken die in staat zijn om de verschillende bijzonderheden van het terroir van deze hoek van Toscane tot uitdrukking te brengen. De boerderijen van Fèlsina, ontwikkeld in meer dan duizend jaar, vormen immers nog steeds de basiscultuur van het werk. En de belangrijkste zorg is de verdediging van de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem, die wordt gewaarborgd door te werken in een experimentele context die varieert van biodynamische tot de modernste technologieën en innovaties die wereldwijd beschikbaar zijn. Dankzij deze mentaliteit zijn er vandaag in Fèlsina verschillende klonen van Sangiovese en onderstammen geplant in zeer heterogene gebieden. Hierdoor beschikken de keldertechnici, net als schilders, over een palet van oneindige nuances en mogelijkheden. Daarnaast bossen, met graan ingezaaide velden, olijfboomgaarden, kreupelhout, sloten en beekjes, de kleinere velden van het jachtreservaat bebouwd met alfalfa, sainfoin, sorghum, zonnebloem en veldbonen. Alles draagt ​​bij aan het behoud van de biodiversiteit.